Uiteindelijk smolt alles samen, dank zij een initiatief van de Franse regering op de conferentie van 17 mei 1865 in Parijs. Daar" werd de “International Telegraph Union” opgericht en werd het gebruik van het morsesysteem voor internationale verbindingen bekrachtigd. Deze Unie kreeg zijn definitieve vorm tijdens de conventie van Sint- Petersburg in 1875.
Ze bestaat nu nog altijd als de ITU, de Internationale Telecommunicatie Unie. Ze is een onderdeel van de U.N.O. met zetel in Genève en is wereldwijd verantwoordelijk voor de informatie- en telecommunicatie sector
- 1865 was een belangrijk jaar wegens de hier reeds eerder vermeldde oprichting op 17 mei van de ‘Internationale Telegraaf Unie’ waarbij er voor het eerst een grote internationale overeenkomst werd afgesloten tussen 20 landen (in 1866 traden ook het Vaticaan en het Groothertogdom Luxemburg toe). Men kwam er immers tot een standaard reglement en uniforme tarieven. Ook werd nu het gebruik van gecodeerde (geheime) berichten aanvaard. Een beetje speciaal was het feit dat er nu een standaard kwam voor het gebruik van semaforen. Dat betrof de signalisatie (met vlaggen) tussen wal en Het liet dus toe om telegrammen door te sturen van wal naar schepen die nog in het zichtbereik lagen of voerden… Ook een nieuwigheid was de invoering van “aangetekende” telegrammen. Voorts werd in België de kost voor het bestellen van het telegram bij de gebruiker afgelast en werd er voor het eerst toegelaten om betaalopdrachten per telegram te versturen. Als toestellen voor het internationale verkeer werden die van Morse en van Hughes verplicht.
De Amerikaan Alexander Graham Bell vond in 1876 de telefoon uit. Toen de firma’s rond hem expansie zochten naar Europa, kozen ze voor Antwerpen, toen nog de grootste haven van de wereld met talrijke kapitaalkrachtige ondernemers.
Eerst werd Bell Telephone Manufacturing Company, beter bekend als “den Bell”, opgericht in de Boudewijnstraat (Antwerpen Zuid)
en enkele jaren later ontstond de Antwerp Tele-phone and Electric Works, beter bekend al ATEA
Beide bedrijven speelden een sleutelrol in de ontwikkeling van telefonie in België
De telefonie begon in België in 1879 met de oprichting van de International Bell Telephone Company (IBTC) in Antwerpen.
De eerste telefoonlijn in België werd in 1879 in het parlement geïnstalleerd.
In die tijd maakte Brussel telefoonverbindingen met de steden Mechelen en Oostende, waarbij bovengrondse leidingen werden gebruikt.
Telefoons werden snel populair en tegen 1880 waren er particuliere telefoonnetwerken in Luik, Verviers en in het Justitiepaleis in Brussel.
Alleen welgestelde burgers konden zich toen een telefoon veroorloven.
Gesprekken werden handmatig verbonden door telefonistes die de bellers met kabels en stekkers met elkaar verbonden.
Na de Eerste Wereldoorlog was het telefoonnetwerk zwaar beschadigd en zelfs gedeeltelijk ontmanteld. Om het netwerk te herstellen waren enorme investeringen nodig, waarvoor de Telegrafie- en Telefoniedienst als staatsbedrijf niet de financiële middelen had.
In 1930 besloot België de telegraaf- en telefoonadministratie te scheiden van de postdienst en creëerde Régie des Télégraphes et Téléphones (RTT).
Het nieuw opgerichte bedrijf nam ongeveer 225.000 abonnees over, waarvan 51% was aangesloten op automatische centrales.
RTT begon snel met een plan voor netwerkautomatisering, vervanging van bovengrondse leidingen door ondergrondse kabels en uitbreiding van internationale diensten.
In openbare ruimten werden telefoonhokjes geïnstalleerd, zodat ook gezinnen die thuis geen telefoon hadden iemand konden bellen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het telefonienetwerk opnieuw sterk beschadigd. De overheid kwam deze keer met een aanzienlijke financiële tussenkomst. Het aantal abonnees groeide enorm.
Waar in 1946 zo'n 350 000-tal mensen elkaar konden opbellen, waren er al twintig jaar later meer dan 1 miljoen abonnees.
In 1956 wilde de RTT nog slechts één toestel met een eigen RTT-logo aanbieden. ATEA en Bell werkten samen om dit 'nationale toestel RTT 56' te ontwikkelen en produceren.
handbediende telefoon centrale in brussel paie
Evolutie van de telefoon toestel & telefoon centrales
Vóór 1920 waren nagenoeg alle telefoontoestellen van hout en handgemaakt: onderdelen gemonteerd op een houten plank en daaromheen een houten behuizing.
de gebruiker werden via luchtlijn met een handbediende telefoon centrale verbonden :
via de zwengel aan de telefoon maakte men kenbaar dat men een gesprek aanvroeg , de telefoniste verbond dan manueel de oproeper met de gewenste persoon
Toestellen met kiesschijf komen in deze periode nog nauwelijks voor omdat in Europa pas rond 1920 de automatische elektromechanische telefooncentrale zijn intrede doet.
Tussen 1920 en 1940 wordt hout als materiaal voor de telefoon grotendeels vervangen, eerst door plaatstaal en na 1930 door bakeliet.
De industriële productie van telefoons zet nu flink door en de PTT's (staatsbedrijven) normaliseren en standaardiseren internationaal de telefoontechniek meer en meer.
Door de grote economische groei van na WO II ontstaat er een enorme vraag naar telefoonaansluitingen en -toestellen. De wachttijden voor aansluitingen lopen op tot wel driekwart jaar.
Na 1960 komen er nieuwe kunststof materialen beschikbaar die lichter zijn dan de tot dan toe gangbare en eenvoudig in allerlei vormen zijn te persen.
De periode tussen 1980 en 2000 is misschien wel de meest ingrijpende voor de ontwikkeling van het telefoontoestel sinds de beginperiode van voor 1900.
De revolutionaire miniaturisering van de elektronica en de verdere automatisering van de telefoon centrales heeft allereerst tot gevolg dat de kiesschijf verdwijnt en vervangen wordt door druktoetsen.(DTMF)
Het gewicht van de telefoon neemt sterk af, vooral door de lichtere behuizing maar ook door de lichtere en kleinere elektrische componenten. At.
Tenslotte raakt de telefoon onder invloed van de ontwikkelingen in de informatietheorie (digitalisering), de radiotechnologie (GSM) en de batterij (!) zelfs geheel los van de draad.
De geschiedenis van de Bell-telefoon is nauw verbonden met de uitvinder Alexander Graham Bell. Bell, geboren in 1847 in Edinburgh, Schotland, emigreerde later naar Canada en de Verenigde Staten. Hij was een pionier op het gebied van communicatie en werkte aanvankelijk aan methoden om doven te leren spreken
In 1876 ontving Bell het patent voor de telefoon, na een intensieve periode van experimenteren en ontwikkelen samen met zijn assistent Thomas Watson2. De eerste succesvolle telefonische boodschap werd op 10 maart 1876 verzonden, waarbij Bell de beroemde woorden sprak: "Mr. Watson, come here. I want to see you".
Bell richtte de Bell Telephone Company op, die later uitgroeide tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T). Zijn uitvinding en de daaropvolgende commerciële successen legden de basis voor de moderne telecommunicatie zoals we die vandaag deDe System 12 telefooncentrales waren een belangrijke ontwikkeling in de telecommunicatiegeschiedenis. Deze volledig digitale centrales werden ontwikkeld door ITT en later overgenomen door Alcatel. Ze maakten gebruik van geavanceerde PCM- en TDM-technieken (Pulse Code Modulation en Time Division Multiplexing) om efficiënte en betrouwbare telefoniediensten te bieden.
De periode tussen 1980 en 2000 is misschien wel de meest ingrijpende voor de ontwikkeling van het telefoontoestel sinds de beginperiode van voor 1900.
De revolutionaire miniaturisering van de elektronica heeft allereerst tot gevolg dat de kiesschijf verdwijnt en vervangen wordt door druktoetsen. Vervolgens doet de computer zijn intrede waardoor ook de telefoon met allerlei nieuwe functies wordt uitgerust.
Tenslotte raakt de telefoon onder invloed van de ontwikkelingen in de informatietheorie (digitalisering), de radiotechnologie (GSM) en de batterij (!) zelfs geheel los van de draad.
In België werden de System 12 centrales (Alcatel) & EWSD(Siemens) geïntroduceerd door de RTT en speelden ze een cruciale rol in de modernisering van het telefoonnetwerk.De eerste installaties vonden plaats in de jaren '80 en ze werden gebruikt voor zowel abonnee-centrales als verkeersknooppuntcentrales.
Deze volledig digitale centrales werden ontwikkeld door ITT en later overgenomen door Alcatel. Ze maakten gebruik van geavanceerde PCM- en TDM-technieken (Pulse Code Modulation en Time Division Multiplexing) om efficiënte en betrouwbare telefoniediensten te bieden.
Vervolgens doet de computer zijn intrede waardoor ook de telefoon met allerlei nieuwe functies wordt uitgerust.
Tenslotte raakt de telefoon onder invloed van de ontwikkelingen in de informatietheorie (digitalisering), de radiotechnologie (GSM) en de batterij (!) zelfs geheel los van de draad.
Bell richtte de Bell Telephone Company op, die later uitgroeide tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T).
Zijn uitvinding en de daaropvolgende commerciële successen legden de basis voor de moderne telecommunicatie zoals we die vandaag deDe System 12 telefooncentrales waren een belangrijke ontwikkeling in de telecommunicatiegeschiedenis. Deze volledig digitale centrales werden ontwikkeld door ITT en later overgenomen door Alcatel. Ze maakten gebruik van geavanceerde PCM- en TDM-technieken (Pulse Code Modulation en Time Division Multiplexing) om efficiënte en betrouwbare telefoniediensten te bieden.
In Nederland werden de System 12 centrales geïntroduceerd door de Nederlandse PTT en speelden ze een cruciale rol in de modernisering van het telefoonnetwerk. De eerste installaties vonden plaats in de jaren '80 en ze werden gebruikt voor zowel abonneecentrales als verkeersknooppuntcentrales.
Polydoor Lippens (voluit Polydore Louis Lippens) werd geboren op 16 maart 1810 in Eeklo en overleed daar op 9 mei 1889.
Hij was een Belgische ingenieur en uitvinder, vooral bekend als de uitvinder van de elektrische bel
Belangrijke feiten over zijn leven en werk:
- Opleiding: Hij studeerde in Brussel en Parijsen werd ingenieur.
- Internationale ervaring: In 1838 stuurde de Belgische regering hem naar Londenom het werk van Charles Wheatstone te bestuderen.
- Uitvindingen:
- In 1850vond hij het trilmechanisme voor de elektrische bel uit, ook wel de "trilschel" genoemd.
- Hij diende negen patentenin tussen 1850 en 1866, vooral rond telegrafie.
- In 1858werd het patent op de elektrische bel hem officieel toegekend in Parijs, ondanks betwistingen door andere uitvinders.
- Loopbaan:
- Werkte voor de Belgische Spoorwegenvan 1850 tot 1866.
- Was huisleraar fysicavan de kinderen van koning Leopold I.
- Fotografie: Hij had ook een passie voor fotografie en had een eigen atelier in Brussel.
- Eerbetoon: In 1989, 100 jaar na zijn dood, werd een borstbeeldvan hem onthuld aan het station van Eeklo
☎️ Eerste telefoonlijnen in Eeklo In de jaren 1880 legde hij eigenhandig de eerste telefoonlijnen in zijn geboortestad Eeklo
Promotie-aanbieding
Grijp je kans om te besparen terwijl je geniet van de kwaliteit en service waar je van houdt. Houd deze pagina in de gaten voor de nieuwste updates en profiteer van deze geweldige aanbiedingen zolang de voorraad strekt!
Maak jouw eigen website met JouwWeb